Als je een beetje bekend bent met de wereld van de Formule 1, heb je vast al gehoord van een nieuwe trend: sprintraces. Deze races zijn kort, intens en boordevol actie.
Voor sommigen bieden ze een verfrissende verandering ten opzichte van het soms wat voorspelbare format van een traditioneel raceweekend. Anderen daarentegen zien het als een verwatering van de ‘echte’ Grand Prix. Maar wat houden deze sprintraces precies in, waarom zijn ze geïntroduceerd en hoe worden ze tot nu toe ervaren?
Wat is een sprintrace eigenlijk?
Een sprintrace, officieel aangeduid als ‘Sprint’, is een korte race die op zaterdag plaatsvindt, naast de gebruikelijke Grand Prix op zondag. In plaats van de gebruikelijke 305 kilometer, bestrijkt een sprintrace ongeveer 100 kilometer. Dit komt neer op een aantal ronden tussen de 17 en 24, afhankelijk van het circuit.
Er zijn geen pitstops en geen strategische bandenwissels: het is gewoon vol gas van het begin tot het eind. Het idee is duidelijk: geef de fans op zaterdag al een goede reden om op het puntje van hun stoel te zitten. Waar de zaterdag voorheen vooral draaide om kwalificaties, hebben we nu een extra wedstrijdmoment toegevoegd.
En ja, er zijn ook punten te verdienen! Niet zoveel als op zondag, maar toch: de top acht rijders krijgen punten, met 8 punten voor de winnaar en 1 punt voor de nummer acht.
Een frisse wind, of een storm in een glas water?
Toen de Formule 1 sprintraces in 2021 geïntroduceerd werd, waren de meningen hierover nogal verdeeld. De traditionele fans – je weet wel, die al kijken sinds de tijd van Senna en Prost – waren niet zo enthousiast. Formule 1 hoort op zondag thuis, dat is hun mening. En je zou ook kunnen zeggen: de Grand Prix is het hoofdevenement, waarom zouden we daar een soort ‘voorprogramma’ voor willen? Maar de organisatie van de F1 heeft een duidelijk doel: meer spektakel, meer spanning en vooral meer entertainment. De sport moet aantrekkelijk blijven, vooral voor een jonger publiek dat gewend is aan actie, snelheid en… TikTok.
En laten we eerlijk zijn: een sprintrace zorgt voor meer inhaalacties, verrassende wendingen en soms zelfs een startcrash die je normaal gesproken pas op zondag zou verwachten. Het is ook belangrijk om te onthouden dat het voor de coureurs en teams een compleet andere uitdaging is. Tijdens een sprintrace is er simpelweg geen tijd om rustig de banden op te warmen of strategieën uit te denken. Het is meteen volop aanvallen. Voor de waaghalzen onder de coureurs – hallo Verstappen, hallo Norris – is dat een droom. Maar voor de strategen, zoals Lewis Hamilton, is het misschien iets minder ideaal.
Niet alles is koek en ei
Er zijn zeker terechte punten van kritiek. Ten eerste is er het kostbare materiaal. Formule 1-auto’s zijn niet alleen technische wonderen, maar ook behoorlijk fragiel. Een ongeluk op zaterdag kan grote consequenties hebben voor de race op zondag. In een seizoen waarin teams vaak met een krap budget werken of tegen de grenzen van hun budgetcap aanlopen, kan zo’n extra race financieel echt problematisch zijn.
Bovendien zeggen critici dat de waarde van de Grand Prix hierdoor een beetje wordt aangetast. Als er op zaterdag al punten worden verdeeld en posities worden vastgesteld voor zondag (al is dat inmiddels aangepast), dan gaat er iets van het unieke karakter van de zondag race verloren.
Daarnaast is er het format zelf. De eerste versies van de sprintrace fungeerden als een soort kwalificatie: de uitslag van de sprintrace bepaalde de startvolgorde voor zondag. Nu zijn sprint- en GP-weekenden echter losgekoppeld: er is nu een aparte kwalificatie voor de sprintrace, de zogenaamde ‘Sprint Shootout’, waardoor beide races hun eigen identiteit kunnen behouden.
Toch wel lekker kijken, hoor
Maar goed, hoe je het ook bekijkt, het is gewoon leuk om naar een sprintrace te kijken. In twintig minuten gebeurt er evenveel als in een uur tijdens een normale race. Coureurs durven meer risico’s te nemen, er zijn minder banden om op te letten, en je weet nooit wie er naar voren weet te komen.
Soms zie je jonge rijders boven zichzelf uitstijgen of topteams die zich moeten wringen door het verkeer. Dit zorgt ook voor onverwachte wendingen. In een regulier raceweekend zie je vaak dezelfde namen op de voorste rijen, maar in een sprintrace kan een goede start of een slimme zet echt het verschil maken. Dit alles maakt de sport veel dynamischer.
Meerdere sprints in 2025
De Formule 1 lijkt voorlopig vast te houden aan het idee van sprintweekenden. In 2025 staan er opnieuw meerdere sprint weekends op de agenda.
Toch wordt er nog volop geëxperimenteerd met het format. Misschien wordt het aantal punten dat te verdienen valt verhoogd, of er komt een andere manier om de sprintrace losser te koppelen aan de zondag. Het is duidelijk dat de FIA en F1 blijven sleutelen aan de details totdat ze de perfecte balans hebben gevonden.
